Of je nu politicus, arts, slager of prostituee bent, elk beroep heeft zijn eigen taal. Onder vakgenoten is jargon heel nuttig, want met jargon hebben ingewijden aan één woord genoeg. De wielercoach hoeft alleen het woord koffiemolentje te gebruiken en bespaart zichzelf een lang betoog over het belang van een lage versnelling bij bergbeklimmingen. Op dezelfde manier stelt de internist simpelweg een anamnese op, zonder voortdurend te hoeven uitleggen dat dit een beschrijving is van de voorgeschiedenis van de ziekte en de omstandigheden van de patiënt. En zo heeft een hoerenloper geen uitvoerige fysiologische uitleg nodig van ‘op z’n Florentijns’ (zie ook ‘De beldel in de hemelvilla’).

‘Wat denk je, zit er een rondje winstnemingen aan te komen?’ ‘Denk van wel, de AEX nadert volgens mij de bovenkant van het trendkanaal.’

‘Oké, dan zit topvorming er wel in.’

‘Ja, denk ik ook. Zitten we eerst even de neerwaartse druk uit.’

Zolang iedere betrokkene het begrijpt, is jargon uitermate nuttig. Maar zodra je een breder publiek hebt, verandert jargon in koeterwaals. Weet je niet zeker of iedereen jouw terminologie begrijpt? Dan kun je soms volstaan met wat extra uitleg of een definitielijst van de verdachte termen. Meestal is het beter om het hele verhaal en alle taal die je gebruikt aan te passen aan je publiek.

Zomaar een paar voorbeeldjes

Aangezien de crisis langzaam uitbodemt, zit er naar verwachting
wel een rondje winstnemingen aan te komen.

Docenten moeten niet langer frontaal onderwijs geven, maar
moeten zich in het kader van het passend onderwijs opstellen
als leerlingbegeleider.

Eén reactie op “Excuus 3 Jargon (negen slappe excuses voor vaagtaal)”

  1. […] Jargon – inclusief fuckjargon – is ook een van de negen slappe excuses voor vaagtaal. […]

    Like

Plaats een reactie

Trending

Maak een website of blog op WordPress.com