Peter de politicus verpakt zijn boodschap in de politieke variant van vaagtaal, het Binnenhofbargoens. Met deze omslachtige en verhullende taal verkoopt hij zijn beleid. Hoe gaat dat nu precies in zijn werk? Welke taalfoefjes gebruikt Peter om in het listige polderlandschap het hoofd boven water te houden?

Nieuwe woorden

De makkelijkste truc is die van het niet-bestaande woord. Peter verzint voortdurend nieuwe woorden om kiezers tevreden te stellen. Heeft iedereen het druk? Dan roept hij op tot onthaasting. Is de burger de multiculturele samenleving beu? Dan introduceert Peter simpelweg de interculturele of zelfs de policulturele samenleving.

Natuurlijk wil Peter tijdens een debat indruk maken op zijn collega-politici. Hij heeft daarom voor elke situatie een nieuw en gewichtig klinkend woord paraat. Zo veegt hij een voorstel van de oppositie niet simpelweg van tafel, maar verprullenbakkiseert hij het. Vervolgens maakt hij van een eenvoudige analyse een indrukwekkende analysering. En als een prioriteit niet belangrijk genoeg is, maakt hij er in een handomdraai een prioritering van. Zelfs in het uitzonderlijke geval dat Peters eigen fractie de analysering van de prioritisering nog eens wil herzien, komt hij zijn kompanen moeiteloos tegemoet met een geheranalyseerde herprioritisering.

Ook strooit Peter kwistig met extreem lange woorden. Hij gebruikt daarbij een simpele maar effectieve truc: rijg woorden net zo lang aan elkaar totdat ook de allerlaatste kiezer de draad kwijt is. Stel dat Peter bijvoorbeeld een simpel maar onverkoopbaar idee heeft om de lange wachtlijsten in de zorg weg te werken. Hij kan uiteraard niet recht voor zijn raap zeggen dat hij patiënten naar België wil laten uitwijken voor een medische behandeling. Hoe krijgt hij bijval voor dit plan? Met een langdurig pleidooi over de zelfstandigheidsbevorderingsgedachte bij de beleidsrealisering van een effectiviteitsverbeteringstraject in het kader van de voorrangsinventarisatieanalysering.

Slag om de arm

Met zelfverzonnen of extreem lange woorden is Peter er nog niet. Om echt verzekerd te zijn van politiek succes houdt Peter ook graag een slag om de arm. Buiten de verkiezingstijd doet hij zelden een stellige bewering. Peter zal daarom niet zeggen:

We gaan het lerarentekort oplossen door de klassen te vergroten.

Maar:

Het is onontkoombaar dat er in de toekomst gedacht moet worden aan een herprioritering van de bestaande beleidsruimte binnen het onderwijsstelsel.

Met deze wollige formulering kan Peter nog alle kanten uit. Afhankelijk van hoe de politieke wind waait, kan hij later de klassen vergroten of juist verkleinen.

Peter zaait ook graag verwarring met dubbele ontkenningen. Op die manier hoeft hij nooit toe te geven dat hij tevreden is. Hooguit is hij niet ontevreden over de behaalde onderhandelingsresultaten. Op dezelfde manier keurt hij plannen nooit goed, maar staat hij er in beginsel niet afwijzend tegenover. Door al die vrijblijvendheid weet Peter het af en toe zelf ook niet meer. Als het niet ondenkbeeldig is dat de maximumsnelheid omlaaggaat, gaat die dan omlaag? Of juist omhoog?

Een heel enkele keer heeft Peter echt geen idee hoe hij een probleem moet aanpakken. Gelukkig biedt Binnenhofbargoens ook dan uitkomst: linksom of rechtsom is er altijd een oplossing. Linksom of rechtsom krijgen spaarders hun geld van de failliete bank Icesave wel terug. Linksom of rechtsom zal de fileproblematiek in de nabije toekomst worden opgelost. Linksom of rechtsom zal het niveau van het onderwijs er de komende jaren wel op vooruitgaan.

Linksom of rechtsom houdt Peter zijn kiezers met Binnenhofbargoens wel tevreden. Recht door zee is hij nooit. Zelfs als hij in het heetst van de verkiezingsstrijd een duidelijke uitspraak doet, zal hij die even later weer zodanig vervagen dat er geen haan meer naar kraait. Behalve de haantjes en kippetjes van de oppositie natuurlijk, maar die kunnen het zich veroorloven om duidelijk te zijn.

Modewoorden

De politiek heeft zo zijn modewoorden. Vraag een politicus niet wat hij precies bedoelt met multiprobleemgezin, beleidsresistentie of handjes en voetjes geven. Zijn antwoord zal ontwijkend en lang zijn. Hieronder staat die uitleg wel.

Multiprobleemgezin

Wat een multiprobleemgezin is? Eerst een definitie uit de maatschappelijke dienstverlening: een multiprobleemgezin is een gezin dat kampt met een chronisch complex van problemen, zoals psychosociale, financiële en werkgerelateerde problemen en dat vaak een verstoorde relatie met de hulpverlening heeft; de problemen bestaan vaak van generatie op generatie.

Mooie woorden. Maar eigenlijk is een dergelijk gezin natuurlijk gewoon een stelletje aso’s dat nooit door de Tokkietoets komt. Voor de duidelijkheid een aanvulling op de definitie: een multiprobleemgezin bestaat uit probleemburgers, en dat zijn mensen die overlast veroorzaken en asociaal gedrag vertonen. Probleemburgers zijn vaak randgroepjongeren, en dat zijn dan weer jongeren in meervoudige achterstandssituaties. Een achterstandssituatie ten slotte is een sociaaleconomische positie die ten slotte wordt gekenmerkt door een achterstand op een of meer gebieden, zoals werk, wonen, opleidingsniveau en integratie. Als je echt hip bent, mag je overigens ook multiproblemgezin zeggen, dat geeft het een lekker internationaal tintje.

Beleidsresistent

‘Of het nu gaat om selectie, bandbreedte van voorzieningen of schaal, de onderwijspolitiek slaagt er niet in het onderwijs houvast te bieden. En dáár worden scholen beleidsresistent van.’

Beleidsresistentie is in. Als een organisatie of persoon de regels ontduikt, is die meteen beleidsresistent. Vooral randgroepjongeren en onderwijsinstellingen lijken besmet te zijn met deze voor beleidsmakers en beleidsuitvoerders frustrerende resistentie. Het is een knap staaltje afschuiftaal. Als het beleid mislukt, ligt dat niet aan de politiek. Nee, nee, de beleidsontvangers zijn beleidsresistent, begrijp je wel?

Handjes en voetjes geven

De politiek geeft alles handjes en voetjes, of het nu beleid, een project of een traject is. Waar die handjes en voetjes aan vast groeien en wat de spreker er precies mee bedoelt, zal nooit duidelijk worden, maar het is een manier om zogenaamd vriendelijk, als joviale meewerkend voorman of coach, de medewerkers aan het werk te zetten:

‘Zeg Jan, die maandrapportage, kun jij die snel even handjes en voetjes geven?’

De opmars van deze uitdrukking is niet te stuiten. Zelfs geruchten kun je voorzien van handen en voeten: ‘Zo krijg je wel een stroom van geruchten. En mensen gaan die geruchten handjes en voetjes geven. Maar bevestigd is er niets.’

Hier lees je meer over Binnenhofbargoens, de vaagtaal van de politiek.

Eén reactie op “Politiek formuleren – leer ook Binnenhofbargoens!”

Plaats een reactie

Trending

Maak een website of blog op WordPress.com